Het Hoofdhuis
De bouw van de historische buitenplaats Berg en Vaart werd gestart in 1779 op een weiland aan de westzijde van de ‘s-Gravelandse vaart dat de bouwheer Abraham Bosch, een doopsgezinde Amsterdamse koopman, gekocht had van Jan Dedel, die aan de overzijde van de vaart de buitenplaats Boekesteijn bewoonde. Het huis werd gebouwd in de voor die tijd ongebruikelijke L-vorm door een typisch Amsterdamse bouwer-architect, Jan Luyten, waarvan ook diverse huizen in Amsterdam bekend zijn. Het huis is een voorbeeld van de Hollandse Louis XVI-stijl, strak en elegant in zijn verhoudingen. Het is geen groot huis met zijn acht kamers, kelder, keuken en twee badkamers. Het is daarmee goed bewoonbaar en nog belangrijker, goed te onderhouden.
Op enige afstand van het huis werd ook een koetshuis in dezelfde stijl gebouwd waarin de bekende ruimten voor de koets en de paarden en op zolder opslag van hooi en dergelijke voor de paarden.
De familie Bosch heeft een jaar of 10 in het huis gewoond en na een korte economisch wanordelijke periode rond de Franse revolutie kwam het in 1816 in handen van de familie Eyma die er meer dan 100 jaar verbleef tot 1935. Hierop volgde de familie Kuypers, kunstenaars, die het huis tijdens de oorlog jaren bewoonde en het in 1950 verkocht aan de heer en mevrouw Maclaine Pont –van Citters. De huidige bewoners hebben het huis in 1983 verworven van de erven Maclaine Pont. In 2013 is de buitenplaats geschonken aan een stichting.
Tot in de twintigste eeuw was de buitenplaats per trekschuit bereikbaar, evenals de andere ‘s-Gravelandse buitenplaatsen vanuit Amsterdam via de ’s-Gravelandse vaart. ‘s-Graveland werd niet voor niets de tuin van Amsterdam genoemd.
De ‘s-Gravelandse buitenplaatsen werden in tegenstelling tot buitenplaatsen in het oosten van het land niet gebouwd om economische redenen maar als lustoord. De buitenplaats op zich leverde geen geld op maar de instandhouding werd bekostigd uit inkomsten van elders.
In de glorietijd van de 19eeeuw omvatte de buitenplaats Berg en Vaart tenminste 35 hectaren, waarop naast de buitenplaats zelf ook de rond 1870 ernaast gebouwde Villa Nova stond en de uit de 17eeeuw stammende buitenplaats Smyrna, die altijd in het stadium van herenboerderij is gebleven (herenboerderij Heerenhuis buitenplaats).
De familie Eyma was gedurende haar bewoning van de buitenplaats een geïntegreerd sociaal onderdeel van de overige Amsterdamse bewoners van de diverse buitenplaatsen. De laatste Eyma op de buitenplaats was gehuwd met Sylvia van Lennep, een bekende familie in ‘s-Graveland.